Appel zijn, afhankelijk van het ras, te oogsten vanaf half augustus tot ongeveer half oktober.
Door de appel iets op te tillen en met de duim licht op het breukvlak te duwen, kunt u de appel van de tak scheiden. Een appel die nog niet oogstklaar is, laat niet makkelijk los.
Bij onrijpe vruchten is de pittenkleur wit. Bij het rijper worden kleuren deze pitten langzaam bruin tot bruinzwart. Vruchten met bruine of bruinzwarte pitten mogen meestal al geplukt worden.
Bij peren gaat het net zo. Peren zijn, ook weer afhankelijk van de ras, te oogsten vanaf augustus.
De peer is de enige vrucht, met de mispel, die nooit boomrijp geplukt mag worden, maar wat eerder. De peren die geplukt worden hebben drie heilige eigenschappen: gaaf, groen en groot.
De ideale bewaartemperatuur voor appels is 4-5 graden.
De ideale bewaartemperatuur voor peren is 0-1 graden.
Voor fruit, zoals appels en peren is het van belang dat deze kwetsbare producten niet beschadigen tijdens het sorteren en verwerken
Kwaliteit en smaak vinden we zeer belangrijk, daarom sorteren we en verpakken zelf.