Het planten van bomen gebeurt nog niet volautomatisch.
Fruitbomen kan men van de herfst tot de lente planten.
Het plantgat, 40 tot 50 cm diep uitgraven. De jonge boom mag niet dieper geplant worden dan in de boomkwekerij.
Een steunpaal aanbrengen, waaraan je later het boompje kunt bevestigen.
Vervolgens het boompje loodrecht oprichten.
Geef de jonge boom in de eerstkomende dagen en weken voldoende water. Stro, mulch en gemaaid gras op de plantplaats beschermen ook tegen uitdroging.
Let er echter wel op, dat de mulchlaag de stam niet raakt, want dan bestaat er gevaar voor infectie en ziektekiemen.